Ds. A.S. Middelkoop sprak op de toerustingsavond in Rijssen over Gods beloften. Hij benadrukte aan het begin van zijn lezing dat zijn bijdrage niet een overzicht van Bijbelse beloften zou zijn, maar hij de vraag centraal stelt: ‘Hoe gaan we om met Gods belofte in de Bijbel?’ Hij verkende dit vanuit Jeremia 31 en legde de nadruk op de diepe persoonlijke betekenis van bekering en herstel.
Middelkoop beschreef de ballingschap van Israël als een dramatische gebeurtenis: ‘Zie je jezelf lopen? Alles achtergelaten. Geen enkele keus. Het is gevolg van de zonde.’ Hij verwees naar de rauwe realiteit van zonde en de noodzaak van persoonlijke erkenning: ‘Het is niet alleen de schuld van anderen, maar ook van mijzelf.’ Hij stelde dat de roep tot bekering essentieel is: ‘Bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn. Dat is niet een beetje bijsturen, maar een volledige omkering.’
De spreker schilderde het beeld van een ongetemd kalf dat correctie nodig heeft: ‘Een dier wat nog alle kanten op springt. Wat gecorrigeerd en gedisciplineerd moet worden.’ Hij verbond dit met de realiteit van menselijke zonde: ‘Ook al zien we er christelijk uit, onder de oppervlakte gebeurt van alles.’
Middelkoop ook over Gods betrokkenheid bij zijn volk: ‘De Heere gaat niet met zijn volk om als met vreemden.’ Hij wees op Gods genade voor degenen die afgedwaald zijn, zoals verwoord in Jeremia: ‘Is Efraïm voor mij niet een dierbare zoon? Is hij voor mij niet een lievelingskind?’ Dit werd beschreven als ‘machtige genade’ en een bewijs van Gods eeuwige liefde: ‘Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde.’
Hij sloot af met de bemoediging dat Gods beloften, hoe vaak ook genegeerd of verkeerd begrepen, een persoonlijke oproep blijven: ‘Waar je ook bent, Hij spreekt je aan als een troetelkind.’
Bekijk ook de eerst lezing van deze toerustingsavond:
www.geloofstoerusting.nl/videos/een-belofte-voor-iemand-met-honger-en-dorst/