“Hoe gaat het?” Die vraag horen we erg vaak. En we zeggen dan: wel goed. Of: zijn gangetje. Of: ’t gaat. Of: best. Of: niet zo. Maar wat zeggen we dan eigenlijk met zo’n antwoord? En wat vragen we nu precies, als we aan iemand vragen hoe het gaat?
God vraagt aan Adam niet hoe het gaat maar waar hij is. “Adam, waar ben je?” (Gen. 3:8). Dat is dus: “Ben je dichtbij of ver weg? Waarom kom je niet naar Mij toe maar vlucht je weg?” God vraagt daarmee naar de relatie.
In deze toespraak stelt dr. Van den Brink die vraag aan Adam aan de orde. Probeer eens voor jezelf Gods vraag te beantwoorden: waar ben ik eigenlijk? Hoe dicht ben ik bij God, of hoever bij Hem vandaan? Wanneer kan ik weten dat Hij dicht bij mij is?
God zoekt je op met deze vraag, roept jou tevoorschijn. Hij zegt je niet dat het altijd goed met je zult gaan , maar wel hoe Hij dichtbij jou kan zijn.