“Het was niet omdat u meer in aantal was dan alle andere volken dat de HEERE u lief had en u uitverkoren heeft ” (Deuteronomium 7:7). Hij vraagt dus: “Israël, waarom koos God jullie? Was het om iets van jullie? Waren jullie zo groot in aantal? Waren jullie zo mooi? Nee, het was niet omdat jullie groter in aantal waren – jullie waren kleiner. Jullie waren de kleinste van alle volken. Dus waarom koos God jullie?” Omdat Hij van jullie houdt.
Waarom koos God jou? Omdat God van je houdt. Onvoorwaardelijke verkiezing komt ergens vandaan. Het komt van onvoorwaardelijke liefde. Als je aan een Nieuwtestamentische Reformatietekst denkt, waar denk je dan aan? Dan denk je aan Romeinen 1:17: “Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof”. Was dat niet “de toegang tot het paradijs”?
En wat te denken van Efeze 1:4-5: “in liefde uitverkoren” . Hij koos de lievelingen niet uit, maar hij koos in liefde. En Efeze hoofdstuk 2:4-9 dan:
“Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. “
Je leeft omdat Hij van je houdt!
Waarom leef je? Waarom ben je levend gemaakt? Waarom heb je de beste toekomst die je je maar kan voorstellen? Je leeft omdat Hij van je houdt! Dat is waarom. Je was moreel gezien niet acceptabel. Je was een lijk. Je lag steenkoud op de bodem van een meer. Je hoorde bij de kinderen des toorns. De enige reden dat je leeft is Zijn liefde. Denk daar niet slechts verstandelijk over, maar met beleving.
Veel mensen hebben in hun relatie met God een spiegel, waarin ze constant naar zichzelf kijken. “Houdt God van mij?”, en dan kijk je naar de spiegel: “Natuurlijk, ik ben beter dan díe persoon.” Of het tegenovergestelde: “Houdt God van mij?” en dan in de spiegel: ‘Nee, natuurlijk niet, ik ben ellendig. Ik ben lelijk”. Dit [Woord] zegt: “Houdt God van mij? Smijt die spiegel weg, gooi je armen in de lucht en zeg, “Ja, kijk naar Christus! Kijk naar Zijn liefde. Kijk naar waar dat vandaan kwam. Dat kan ik niet verdienen, dat kan ik niet bereiken; Dat kan ik slechts ontvangen”. En plotseling is die liefde verbazingwekkend.