Paulus’ brief aan de Filippenzen is als een warme omarming vol bemoediging, zeker voor een gemeente die te maken had met uitdagingen. In Filippenzen 3:17-21 roept Paulus hen op om te leven als burgers van de hemel. Hij zegt: “Volg mijn voorbeeld en houd je oog gericht op anderen die zo wandelen.” Hij moedigt hen aan om goede voorbeelden te zoeken, mensen die Christus weerspiegelen in hun leven, want samen groeien we in geloof door de Christus die we in elkaar zien.
Met tranen in zijn ogen waarschuwt Paulus ook voor verkeerde voorbeelden, die hij “vijanden van het kruis” noemt. Hun leven draait om aardse verlangens en zelfgerichtheid, terwijl hun einde het verderf zal zijn. Daartegenover zet Paulus de hoopvolle waarheid: ons burgerschap ligt in de hemel. Daar verwachten we onze Redder, Jezus Christus, die onze gebroken lichamen zal veranderen naar zijn verheerlijkt lichaam.
Deze hemelse horizon nodigt ons uit om omhoog te kijken, voorbij de zorgen en verleidingen van nu. “Wandel waardig,” zegt Paulus, “zoals burgers van de hemel.” Door goede voorbeelden te volgen en ons hart op Jezus te richten, blijven we op koers naar de glorieuze toekomst waarin we voor altijd met Hem zullen zijn.
