In Filippensen 3:8 spreekt Paulus over zijn persoonlijke bekering en zijn hartelijke liefde voor Christus. Hij zegt: ‘Ik beschouw alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere.’ Voor Paulus, ooit een farizeeër die vertrouwen stelde in zijn eigen prestaties, is deze ‘omrekening’ radicaal. Alles wat hij ooit als winst zag, acht hij nu ‘schade, drek, vuilnis’. Maar waarom? Omdat Paulus Christus’ uitmuntendheid heeft leren kennen: ‘Zijn offer, Zijn gehoorzaamheid en Zijn opstanding hebben mij zo gegrepen.’
Volgens Leander Janse komt ware rechtvaardigheid niet voort uit eigen werken, maar uit geloof in Christus: ‘De rechtvaardigheid uit God, door middel van geloof.’ Janse beschrijft dit geloof als een ‘arm die het geschenk van Christus’ verdiensten ontvangt’. Het is geen prestatie, maar een middel om Christus te omarmen, want, zoals Paulus zegt: ‘Hij is niet alleen voortreffelijk, Hij is ook mijn Heere.’
Om Paulus’ punt te illustreren, vertelt Janse een verhaal over een melkboer die de schuld van een vrouw wegstreept: ‘Je bent vrij. Alles is betaald.’ Dit verhaal symboliseert hoe Christus onze schuld vereffent en ons rechtvaardigheid schenkt. Maar volgens Paulus gaat het niet alleen om vergeving. ‘Je gaat van min duizend naar plus tienduizend.’ In Christus ontvangen gelovigen overvloedige zegeningen.
Paulus’ verlangen is intens: ‘Opdat ik hem mag kennen.’ Hij beschrijft zijn relatie met Christus als diep persoonlijk: ‘Jezus heeft mij gekocht om mij te hebben, om mijn vriend te zijn.’ Zelfs in lijden wil Paulus Christus navolgen: ‘Ik wil gelijkvormig worden aan Zijn dood, om uiteindelijk de opstanding te ervaren.’
Janse besluit met Jerry Bridges’ woorden: ‘Je ergste dag is nooit zo erg dat je buiten Gods genade valt, en je beste dag is nooit zo goed dat je die genade niet nodig hebt.’ Alles draait om Christus, benadrukt Janse, de enige vaste basis van vreugde en hoop.